.

.

dinsdag 4 maart 2014

Druk als een klein baasje

Hebben jullie dat nu ook: de dagen lijken om te vliegen. Zo ben je naar de markt geweest op woensdag, en er staat alweer een woensdag voor de deur. Eerst dacht ik dat het aan mij lag, maar meer mensen in mijn omgeving hebben hier 'last' van. Ja, 'last' tussen aanhalingstekens want het is veel meer last als de minuten lijken te kruipen. Daar waren wij het in elk geval over eens.

Waar ik het zo druk mee heb? Natuurlijk met mijn eigen gedoetje, maar ook met dochter, schoonzoon en kleinkinderen. Oppasoma, strijken en wassen, rommelen op internet op zoek naar dingen die ik wil (al dan niet hebben) en met lezen (luisteren). En afgelopen weken weken ben ik naast mijn Engelstalige cursus 'How to write Childrenbooks', ook bezig geweest met een Gratis schrijftraining van Marjon Sarneel via facebook. Is de Engelstalige cursus gericht op theorie en kan je zolang er over doen als je wilt, de gratis schrijftraining was praktisch gericht en wel op het beginnen van een verhaal. Aan de hand van opdrachtjes, moest je elke week een begin van een verhaal (150 woorden) afleveren. Daar kreeg je dan commentaar op, al dan niet met aanwijzingen. De training is nu afgelopen en ik zal mijn beginnetjes hieronder plaatsen. Dan zie je ook dat het niet alleen om de beginnetjes gaat, maar ook om je plot en eigenlijk ook om planningen structuur. Ik was allang blij dat ik een korte synopsis heb kunnen maken. Van bijna elk beginstukje dan toch:)

WEEK 1
Soetie en Johannes zijn vrienden, zolang ze kunnen heugen.  Allebei een beetje buitenbeentjes.
Johannes zoekt naar erkenning als kok terwijl Soetie op zoek is naar haar vader.

  "Iets, desnoods enkel een gevoel dat hij daar ooit geweest is." Soetie haalt de schouders op als zij de verveloze deur doorkomt. "Maar er was niets, helemaal niets". Ik had toch zo gehoopt…."
"Wat had  je dan gedacht?", vraagt Johannes haar korzelig, "Een plakkaat waarop met schreeuwende letters zijn naam stond?" Hij haast zich door de drukke zaterdagochtend straten, haar met zich meetrekkend. "Ik  heb het nog druk", is zijn droge commentaar op haar tegenspartelende houding.
Hij had toch al geen zin gehad om met Soetie naar dit desolate stadsdeel te gaan.  Zeker niet vandaag. Maar goed, hij had het haar beloofd. Dus hield hij zich er aan. Daar zijn ze immers vrienden voor.

Haar spiegelbeeld schittert in de donkere etalage ruiten. Een knappe meid om te zien;  wat een uitstraling. Maar ook wat een Je-ne-sais-quoi . Dat had ze al toen hij haar voor het eerst zag. Daar op die oude school. Hoeveel jaar geleden?  Toch wel gauw en jaar of 15. Ze hadden het goed voor elkaar: zij en haar moeder. Beter dan menig ander gezin.

Bijna is hij zijn eerste stop voorbij gelopen. "Moet je hier niet zijn?" zegt Soetie stil,  en samen schieten ze door het geluid van de kingelende bel naar binnen.
WEEK 2
Herinneringen

Ik ben 13 jaar. De bel voor eten heeft geluid en ik loop de trap af. Als ik de deur van de huiskamer opendoe, zie ik dat mijn vader telefoneert. "Ja natuurlijk Zuster, U heeft helemaal gelijk, ik zal het zo snel mogelijk in orde zien te maken. Nog een prettige avond Zuster."
We zitten aan tafel. Op mijn bord liggen wat aardappels, een schep groente, een stukje vlees. Aan het vlees zit een drillerig randje vet. Ik lust dat niet, sterker nog: ik griezel ervan. Het is stil. Niemand zegt een woord. Ik zie ook mijn zussen met hun eten spelen. En ik zie onze vader kijken, kijken met een blik van "met wie zal ik nu eens ruzie maken". Dan breekt de hel los.

De telefoon brengt me terug in het heden: "He zussie, kom je zondag hier eten? Ja? Gezellig!"
WEEK 3
Een vrouw wordt gevangen gehouden door een gewelddadige ontvoerder en moordenaar. Het is aan inspecteur  Ann Kersouwe om deze zaak tot een goed einde te brengen.

Het huis staat wat verder van het centrum. Onbewoond. Net als alle andere huizen uit deze wijk. Ze staan op de nominatie om gesloopt te worden. Hier komt een winkelcentrum.
Een kelder. Kale vochtige muren. Een naargeestige koude ruimte. Door het hooggeplaatste ruitje valt wat licht van buiten. Wellicht van een verderop staande straatlantaarn. Het is net genoeg licht om wat te kunnen onderscheiden. Tegen de muur staat een houten brits waarop een matras met wat oude paardendekens. Daarop ligt een gestalte. Ze lijkt te slapen. Plotseling beweegt ze zich. Slaapdronken kijkt ze om zich heen? Dan draait ze zich weer in de versleten dekens. Ze rilt van de kou en de slaap. En ze valt terug in een diepe droomloze slaap. Dat ze zich in feite in een nachtmerrie bevindt, heeft ze nog niet door.

WEEK 4
Een man wordt levenloos aangetroffen in zijn huis. Alles is op slot. Is hij vermoord? En zo ja door wie? Ann Kersouwe en haar team zetten alle op deze zaak om tot een goed einde te geraken.

Donker. De regen tikt op de ramen. Als je goed luistert, hoor je het druppen van het water door de regenpijp. Maar de man op de bank hoort niets. Hij zit half onderuitgezakt, zijn ogen staan glazig.  En van zijn neerhangende arm drupt langzaam, in het ritme van de regen, dikke droppels bloed.

Ann knipt met een kordaat gebaar het licht aan als ze haar kantoor binnen loopt. Ze schudt haar natte jas van zich af in het afgeschoten garderobetje,  en haalt even een kam door haar haren. Dan kijkt ze met iets van trots , maar ook met iets van ongeloof, haar kamer rond. Háár kamer, met haar naam op de deur: inspecteur Ann Kersouwe.
Het is nog rustig op het bureau van de plattelands gemeente.  Ze is expres wat vroeg gekomen om ongestoord wat dossiers weg te werken.  Net heeft ze zich met een hete kop koffie achter haar bureau geïnstalleerd en de computer opgestart als de telefoon gaat.  "Ha meisje", hoort ze de diepe basstem van de brigadier van de wacht,  "Je bent er al"  
WEEK 5
Dit is al een wat ouder verhaal dat ik ooit geschreven heb, maar de tijd, de tijd...

Kijk, een meisje. Ze is zo klein dat de grote beer, die ze vasthoudt, half over de grond sleept. Op het puntje van haar tenen staand probeert ze de tuindeur te openen. Maar het lukt niet. De deurklink is net te hoog. Ze kan hem aanraken, verder niets.

Teleurgesteld draait ze zich om en zoekt de kamer af naar iets wat haar kan helpen. Nee, de half omgevallen foto's van mama en papa op de kast helpen niet. Evenmin als de bank.

Oh, wat ligt daar? Waggelend op haar kromme beentjes loopt het meisje naar de tafel. Dat is nog een hele klus: ze wil niet op de bloemen van het tapijt stappen. Dat brengt ongeluk had papa haar gisteren voorgelezen. Het ging eigenlijk om de zandstrepen tussen de tegels van het tuinpad . Je mag alleen op de tegels stappen en als het lukt, komt je liefste geheime wens uit.
WEEK 6
Annabeth merkt dat ze met geesten kan communiceren. Eerst kan ze ze alleen maar zien, maar dan weet ze ook met ze te communiceren.  Ze raak verwikkelt in een reeks gebeurtenissen wat uiteindelijk de oplossing geeft voor een heleboel vragen.

"Zwart, wit, groen, zwart,  groen, geel, zwart, zwart" , Annabeth mompelt zachtjes voor zich uit terwijl ze de kralen één voor één uit de doos haalt. "Groen groen….". Waar is die ene rode kraal toch? Ze weet zéker dat hij in deze doos ligt. Daar heeft ze zelf de kralen in gestopt, vorige week. Ook die rode. Wacht, is hij daar soms? Nee, het is wel een rode maar niet die ze bedoelt.
Alle kralen liggen nu voor haar op de vloer. Die ze zoekt is er niet bij. Spiedend kijkt Annabeth rond in haar kamer.  Haar moeder  noemt het een 'onordelijke bende'.  Stapels kleren op de stoel en op de grond, een onopgemaakt bed, een verpieterde plant voor het raam en haar bureau? Het lijkt wel of de hele boekenplank daarop is gestort. Normaal gesproken maakt ze zich daar niet zo druk om. Maar het is niet normaal.
WEEK 7
Samen staan we sterk. Tess en haar vriendinnen lossen samen de raadsels in het testament van de oma van Tess op.


"Tja, en de rest is geschiedenis", zegt ze met een lach. Tess zit samen met haar vrienden aan een tafeltje. Voor hen staan wat halfvolle glazen en een schaal gefrituurde kipkluifjes. Het is alweer bijna een week geleden dat ze elkaar echt gesproken hebben. En er is,  zoals altijd, genoeg te bepraten. Ze kijkt het groepje rond. Daar zit Anna, een pittige blondine met een uitgesproken voorkeur voor lang en sportief. Naast Anna pakt Jeanine net een stukje kip en hapt er gretig in terwijl Karla de serveerster nog eens roept om de glazen bij te vullen.

Ik heb het getroffen met deze meiden, denkt Tess. Wie had ooit kunnen bedenken dat onze vriendschap  na 4 jaar nog standhoudt. Zelfs meer dan enkel 'standhouden'; zeg maar gerust dat ze stevig verankerd is  in hun leven. "Tess en haar meidenclubje", grappen haar collega's wel eens.
WEEK 8
Erik heeft een ongeluk meegemaakt in zijn jeugd. Daardoor is zijn gezicht verminkt. Hij wordt een meester in vermommingen. Aanvankelijk  amuseert hij zijn jeugdige publiek, maar dan raakt hij verwikkelt in een ijselijk drama dat zijn wortels heeft in zijn  verleden


"Een kloddertje hier, een kloddertje daar", zachtjes humt Erik het oude bekende wijsje terwijl hij grote klodders afschmink op zijn gezicht aanbrengt. Na  vijf minuten kijkt zijn eigen gezicht hem weer aan. Grote grijsgroene ogen, dik donkerblond haar. Hij draait zijn hoofd wat naar links en keurt zijn knappe kant. Dan draait hij langzaam zijn hoofd naar rechts.


"Mammie, mammie…"  Vol paniek klink de schrille kreet in de mistige nacht. Verder is er nauwelijks geluid te horen.  Erik kan zich niet bewegen; zijn hoofd, zijn armen, zijn benen, alles doet zeer. "Mammie", snikt hij nog eens en valt in een diep gat.  Als 'alle mensen van de wereld' hem ineens roepen, komt hij weer bij zijn positieven. Hulpvaardige handen trekken hem voorzichtig maar snel uit het wrak. Net op tijd beseft hij later. Want met een whoesch vliegt de auto in brand.

Poehee... heel wat gekopieer en geplak. Maar nu heb ik het toch allemaal bij elkaar. We zien wel wanneer en of ik er tijd en zin in heb om het af te maken. Ooit.....

2 opmerkingen: